Lisanne (33) kreeg op 28-jarige leeftijd de diagnose borstkanker. Ze liep tegen verschillende obstakels aan in de re-integratie naar werk. ‘Uiteindelijk heb ik voor mijn gevoel zelf mijn re-integratie moeten dragen. Natuurlijk maak je afspraken in overeenstemming, maar ik had niet het gevoel op de juiste wijze ondersteund te worden.’
‘In onderzoeken las ik dat je “na vijf jaar terug bent”. Misschien dat de mensen die de vragenlijsten beantwoorden zich niet goed meer kunnen herinneren hoe fit ze waren, voordat ze de diagnose kregen. Of ze hebben leren accepteren dat dit is wat het is. Want inmiddels is het voor mij nu vijf jaar na de diagnose, maar ik merk nog steeds de gevolgen van mijn behandelingen - bijvoorbeeld qua energie bij langdurige belasting.
Gelukkig kan ik ook nog zoveel wél. En dát wil ik uitdragen naar werkgevers. Misschien heb ik op het ene vlak wat ingeleverd, maar qua levenservaring ben ik enorm verrijkt. De kijk daarop moet mijns inziens veranderen, zodat het gaat over wie je bent en wat je meebrengt.
Werkgevers denken in risico in plaats van in potentie
Een paar jaar geleden was er een middag over kanker en werk in een Centrum voor leven met en na kanker. Daar werd de vraag gesteld of je meldt dat je kanker hebt of hebt gehad bij een sollicitatie of aan je werkgever. Ik vond het verdrietig dat het grootste deel van de mensen in de groep aangaf dat ze het niet melden. Alsof wij er niet helemaal mogen zijn, zoals we zijn. De coach zei ook: “Benoem het wel, het maakt je uniek. Maak van je kwetsbaarheid je kracht.” Mensen weten niet hoe ze moeten reageren en veel werkgevers denken nog in risico in plaats van in potentie. Wat mij betreft gaan we meer denken in potentie.
Wat wil jij?
Ik zou in mijn eentje verantwoordelijk worden voor de HR binnen de organisatie. Het impliceerde dus nogal wat toen dat na de kerstvakantie niet meer kon, omdat ik ziek werd en een week later de diagnose kanker kreeg. Mijn werkgever was de tweede die ik belde na de diagnose en ik heb toen veel ruimte gekregen. “Maak je niet druk over hoe het hier gaat en focus je op het diagnose- en behandelproces”, was het eerste dat gezegd werd en dat was toen ook nodig. Maar ik had ook graag zelf weer regie. Op maandag startte mijn chemo-traject en de vrijdag ervoor ben ik langs al mijn collega’s gegaan om gedag te zeggen, want ik wist niet hoe het zou gaan lopen.
Afstand tot werk werd groot
De hele behandelperiode ben ik niet terug geweest op mijn werk. Tussendoor had ik wel wat contact met mijn leidinggevende. Er werd me gezegd: “Kijk maar wanneer het jou uitkomt.” Dan wordt de afstand heel groot. Na één van de eerste chemo’s zijn mijn leidinggevende en wat collega’s wel een keer op visite geweest. Dat was heel fijn. Ondertussen stuurde ik regelmatig updates en leefde men op afstand met mij mee. Maar naarmate de tijd vorderde, werd het contact minder frequent.
Onbewuste onbekwaamheid
De bedrijfsarts die ik toen na 5 maanden voor het eerst sprak, vroeg ondertussen alleen medische dingen. Uiteindelijk heb ik voor mijn gevoel zelf mijn re-integratie moeten dragen. Natuurlijk maak je afspraken in overeenstemming, maar ik had niet het gevoel op de juiste wijze ondersteund te worden. Ik voelde dat alle verantwoordelijkheid bij mij lag en dit gaf een behoorlijke druk. Ik had mezelf en mijn werkgever handvatten gegund en daarmee bedoel ik: begeleiding en ondersteuning van iemand met verstand van re-integratie tijdens en na kanker. Dat is geen onwil, maar onbewuste onbekwaamheid, denk ik.
Re-integratie kanker is geen stijgende lijn omhoog
Tussen de chemo’s en de operatie zaten vier weken. Ik zou een paar uurtjes “werken” en na de operatie weer verder kijken. Dat ging goed en ik ben zelfs blijven werken tijdens de bestralingen die weer vier weken na de operatie startten, omdat ik zó graag onderdeel wilde zijn van de normale wereld. De werkgever trok toen de handen ervan af. Terwijl er natuurlijk eigenlijk iemand naast mij en mijn werkgever had moeten lopen met verstand van re-integratie tijdens en na kanker. Iemand die herhaaldelijk vraagt hoe het gaat. Want de situatie kan steeds veranderen. In andere revalidatie- of re-integratietrajecten is het misschien zo dat je revalidatie in een rechte lijn omhoog gaat. Eerst een paar uurtjes werken en dan steeds verder opbouwen. Maar bij kanker ziet dat er heel anders uit. Met ook terugvallen tussendoor. Dat vraagt wat van je eigen veerkracht en ook dat van je werkgever en in mijn geval de bedrijfsarts. Het is goed om dan tussentijds evaluatiemomenten in te bouwen.
Gaat steeds over wat je niet meer kan
Het gaat in het traject steeds maar over alles dat je niet meer kan, is mijn ervaring. Achteraf gaat een groot deel juist over zingeving. De vraag ‘wie ben je, wat wil je en wat heb je nodig?’ is daarin van enorm belang. In de laatste fase ben ik in aanraking gekomen met het AYA Zorgnetwerk en via hen met een KAG (Klinisch Arbeidsgeneeskundige oncologie). Toen ik diegene voorlegde dat ik twijfelde aan wat ik nog kon, gaf zij mij het inzicht dat de vraag wat ik wil, waar ik sta en wie ik ben relevant was op dat moment. Het hele traject is daar geen aandacht voor geweest en dat vind ik echt een gemiste kans. Ik vind het superbelangrijk dat werknemers en werkgevers weten wat hun rechten en plichten zijn, maar in plaats van te focussen op “wat kun je nog en wat kun je niet meer?”, zou de centrale vraag altijd moeten zijn: “wie ben jij nu?”
Wat ik mee wil geven is dat het goed is om jonge mensen die kanker hebben of hebben gehad niet te zien als een risico, maar als mensen met een meerwaarde. Los van dat iemand in zo’n situatie mogelijk flexibiliteit nodig heeft. Het lijkt alsof we in onze maatschappij steeds naar 100% perfectie streven en ons slechts richten op productiviteit in plaats van dat we het hebben over mens zijn en de meerwaarde die je komt brengen in die hoedanigheid. Ik heb mij wel altijd gesteund gevoeld door mijn collega’s, maar helaas konden we als organisatie geen antwoord vinden op de uitdagingen die er rondom mijn re-integratie waren. Gelukkig hoef je niet alleen bij een werkgever te werken om betekenisvol bij te kunnen dragen. Dat kan ook op andere manieren tot uitdrukking komen. Daarom ben ik onder andere betrokken bij de AYA Foundation en het AYA Zorgnetwerk. Dat voelde direct als thuiskomen. In een sessie over kanker en werk daar realiseerde ik me: Het ligt niet aan mij! Het is ook gewoon complex. En ook al word ik gegoogeld bij een sollicitatie, ik mag er zijn.’
Vind hier meer informatie voor jonge vrouwen met borstkanker
Pers en media en Persbericht 2023
Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.